Orangerie
SAS-Institute,
Huizen
Een aangebouwde vleugel uit de jaren zestig, grenzend aan dit deftige landhuis, moest ruimte maken voor nieuw gebouw met aanvullende functies. De nieuwbouw kreeg de uitstraling van een orangerie en legt een uitdrukkelijke relatie tussen binnen en buiten.
“De rode lijn bij de ontwikkeling van de orangerie werd dat het landschap minstens zo belangrijk was als het bestaande landhuis.”
In Huizen ligt een Rijksmonumentaal, historisch landhuis op het landgoed Oud-Bussem. Het landhuis is ontworpen door architect D.F. Slothouwer en is in 1930 gebouwd op de plek van een voormalige herenboerderij. Het is een deftig landhuis met wit gepleisterde gevels, grote houten ramen met roede verdeling, een klassiek leien dak en op een aantal posities halfronde serres met stalen kozijnen en groen gepatineerd koperen daken.
Tegenwoordig is het landhuis in gebruik als kantoor door SAS Nederland, marktleider in business analytics software en dienstverlening. De gebouwvleugel uit 1962, waar de eerste Nederlandse Hemofiliekliniek zat, was in verval geraakt en diende vervangen te worden door nieuwbouw. De nieuwbouw moest ruimte gaan bieden aan ontvangst, restaurant, cursusruimten, een auditorium en extra werkruimten voor de medewerkers van SAS.
“Klanten verwachten een transparante, innovatieve en gedegen werkwijze van onze SAS consultants. De nieuwbouw symboliseert dit mooi met een transparant ontwerp en innovatieve technieken.”
Vroeger stond er een orangerie op dit landgoed. De nieuwbouw hebben we gebaseerd op dit archetype. Een orangerie is een bij het landgoed passend historisch element dat door zijn transparantie nadrukkelijk de relatie legt met de omliggende tuinen. De relatie tussen binnen en buiten wordt onderstreept doordat het gebouw werkelijk fysiek reageert op de seizoenen: lamellen reageren op het zonlicht, de lantaarn opent zich als het te warm wordt. De technisch eigentijds gedetailleerde glazen gevels en de terughoudende inrichting laten alle ruimte voor ‘spoeling’ van natuur en landschap door de orangerie heen.
In de compositie van de orangerie laten we de secundaire elementen van het landhuis terugkomen: de glazen serres met koperen daken. De facilitaire, grotendeels gesloten, ‘witte dozen’ in de orangerie verwijzen daarnaast naar het pleisterwerk van het landhuis. Met minimaal detail is, verfijnd en doordacht, de fysieke aansluiting tussen landhuis en orangerie als glasoverkapte buitenruimte vormgegeven: een vanzelfsprekende versmelting van historie en huidige tijd.
Het project is in 2011 opgeleverd.