Woongebouw Prinsenhof, Rotterdam
Het Prinsenhof is het afstudeerproject van Frederik Pöll: een ontwerp voor een nieuw bouwblok als vervanging van de weinig aantrekkelijke bebouwing aan de Herenplaats. Het bouwblok is ontworpen naar het model van een liefdadigheidshof, met scherpe contrasten tussen binnen- en buitenwereld.
“Middels een herinterpretatie van de klassieke, Nederlandse hofjestypologie, slaagt het project enerzijds erin, binnen de hoogstedelijke context van het Rotterdamse Prinsenhof, zijn eigentijdse kwaliteiten te ontplooien, en anderzijds direct aan te sluiten op de cultuurhistorische van de locatie. Het project wordt als het ware gefundeerd in de culturele geschiedenis van de stad.”
Bestaande situatie
De Meent is een populaire winkelstraat in de binnenstad van Rotterdam. Ter hoogte van de Botersloot en de Pannekoekstraat ligt de Herenplaats en iets verder het Prinsenhof. Het gebied kent een rijke geschiedenis, maar is door de vernieuwingen na het bombardement ruimtelijk onduidelijk geworden.
Het voorstel was daarom om het grote, betekenisloze plein aan de Meent op te heffen en de weinig aantrekkelijke jaren zeventig bebouwing en de twee blokken langs de Pannekoekstraat en Botersloot te vervangen door zorgvuldig ingepaste nieuwbouw, met publieke functies in de plint. Het wonen bevindt zich vanaf de eerste verdieping.
Maquette van het ontwerpvoorstel
Ontwerp
Het bouwblok is gemodelleerd naar het liefdadigheidshofje. Het hof is een zeer aantrekkelijk type voor een centraal binnenstedelijke locatie. Het levert ruimtelijke kwaliteit als een stille oase temidden van stedelijke drukte op. En de semi-openbare, besloten woonomgeving zorgt voor sociale veiligheid. Het bouwblok als liefdadigheidshof verwijst tevens naar de allereerste bebouwing van de locatie: een klooster. De ontsluiting is onlosmakelijk verbonden met het gebouw. De toegang naar de woning is een route architecturale waarbij ruimtelijke typologieën elkaar opvolgen.
Er is een duidelijke zonering in het gebouw; hoe dieper in het gebouw je komt, hoe minder openbaar het wordt. Bezoekers worden binnen het gebouw op een architectonische manier verwelkomd of tegengehouden. De ramen spelen een grote rol in de expressievorm van het gebouw door uitdrukking te geven in schaal, karakter, ritme en expressie. De vrij dichte buitengevel sluit de woningen af van de straat en geeft de binnenwereld niet prijs. De binnengevel van het grote hof is juist heel open. Hier komt het meeste licht binnen. Extra licht wordt via dakramen, patio’s en split levels diep de woningen ingetrokken, wat een aantal unieke woningen oplevert.