Na jaren van leegstand en antikraak heeft het pand in 2020 een nieuwe bestemming gekregen. Oorspronkelijk in gebruik als fijnstrijkerij met daarboven 4 individuele woonlagen is het pand uit 1922 getransformeerd naar één woning.

Het ontwerp voor dit huis kenmerkt zich door het dubbelgebruik (woonhuis en kantoor), een dubbele route tussen de onderste drie verdiepingen en een in de toekomst te verzelfstandigen appartement op de twee bovenste verdiepingen. De wens van de kopers was om het geheel aan verdiepingen samen te voegen tot één woonhuis, waarbij gebruik gemaakt kan worden van één entree. De vondst lag in het plaatselijk verhogen van de bel-etage. Dit zorgde niet alleen voor een betere toegankelijkheid, maar droeg ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de woning. Het souterrain, de bel-etage en de eerste verdieping vormen één geheel. Het souterrain huisvest de ontvangst, keuken en eetkamer. Aan de eetkamer grenst de achtertuin. Via een trap in de vide kan de woonkamer op de bel-etage worden bereikt. Vanuit hier is de werkruimte aan de voorzijde of de eerste verdieping te bereiken. De eerste verdieping is het slaapvertrek van de ouders. Vanaf de entree aan de straat is een tweede route aanwezig die alle woonlagen efficiënt ontsluit. Op de twee bovenste verdiepingen zijn twee slaapkamers, een aparte badkamer, wc en woonruimte met dakterras gerealiseerd voor de twee kinderen. Deze twee bouwlagen kunnen worden gesplitst tot een zelfstandig appartement. Ontkoppeling van de elektra, meters en brandveiligheidsvoorzieningen zijn tijdens de bouw meegenomen, zodat bij een mogelijke splitsing enkel twee binnendeurkozijnen hoeven te worden geplaatst.